Joep wil gaan vliegen
Gebruik je het Bubobord? Plak dan de plaatjes van de vliegers op Bubo of laat de kinderen dit doen. Plak een boom op Bubo en maak van gekleurd klittenband een stoel waar Joep op kan staan.
Joep wil zo graag vliegen. Hij wil net zo hoog als de vogels door de lucht zweven. Daarom bedenkt hij een plan. Hij gaat vleugels maken! Dan kan hij ook gaan vliegen. Hij loopt naar de schuur en zoekt tussen papa’s spullen iets wat hij kan gebruiken. Wat heb je eigenlijk nodig om vleugels te maken? Joep weet al iets: twee lange latten! Die zal hij met twee touwtjes aan zijn armen vastmaken. Maar aan die latten moeten ook veren geplakt worden. Wat jammer nou… Joep kan geen veren vinden. Zal hij de deken van zijn bed halen en die aan de latten vastmaken? Dan lijkt het ook wel op vleugels van een vogel. Dat doet Joep! Hij rent naar boven naar zijn kamer en pakt de deken. Uit de keukenla haalt hij een schaar. En dan knipt hij de deken doormidden.
Oei Joep! Mag dat wel? Joep maakt de twee stukken vast aan de latten en bindt de latten met touwtjes aan zijn armen. Snel loopt hij naar buiten. Daar begint hij heel snel zijn armen op en neer te bewegen. Hij kijkt naar de grond: gaat hij al een beetje de lucht in? Nee, nog niet! Wacht…. hij zal op een stoel gaan staan en dan gaan springen. Dan gaat hij vast de lucht in. Hij pakt een stoel uit de keuken, tilt hem naar buiten en gaat erop staan. Hij klappert met zijn armen en springt van de stoel. Wat jammer! Weer niet gelukt. Hij staat nog steeds stevig op de grond. Dan begint het te waaien, donkere wolken schuiven voor de zon. En ineens wordt Joep door een harde windvlaag meegenomen en landt hij boven in een boom.
Joep is enorm geschrokken. Wat is dat hoog, boven in een boom! Hoe komt hij nou beneden? Hij begin heel hard te roepen: ‘help, help!’. Papa en mama komen naar buiten lopen en kijken om zich heen. Ze hoorden toch echt Joep ‘help’ roepen. Joep roept nog een keer heel hard ‘HELP!!’. Dan zien ze Joep boven in de boom zitten. Hoe kan dat? Is Joep naar boven gevlogen? Zijn armen lijken wel vleugels. Snel bellen ze Huib de helikopter. ‘Kun je snel naar ons toe komen vliegen?’ vraagt papa. ‘Joep zit boven in een boom, hij lijkt wel een vogel!’ Huib start zijn motor en de rotor gaat draaien. Hij vliegt snel naar het huis van Joep. Daar ziet hij Joep al zitten. Joep moet een beetje huilen, hij is bang dat hij nooit meer naar beneden kan. Maar Huib de helikopter gooit een touw naar beneden en roept naar Joep: ‘Joep, je moet het touw stevig vastpakken. Dan kan ik je weer veilig naar beneden brengen’. Dat doet Joep. Hij pakt het touw stevig beet en Huib de helikopter vliegt naar beneden. Joep landt veilig op het gras. Even later landt Huib ook op het gras. Wat is iedereen blij dat Joep weer stevig op de grond staat. Hij gaat nooit meer met z’n zelfgemaakte vleugels vliegen. Dat is veel te gevaarlijk. ‘Weet je wat?’ zegt Huib, ‘morgen mag jij met mij een rondje vliegen. Vind je dat een goed idee?’ Daar hoeft Joep niet lang over na te denken. En óf hij dat een goed idee vindt!