Week 1

Max, Mini, Pedro en Piep liggen met z’n vieren in het grote muizenbed te slapen. Eigenlijk slapen ze veel te lang. Ze zijn een beetje lui geworden. Ze hebben genoeg eten in huis en het is lekker warm in hun bed. Langzaam worden ze wakker door het gefluit van een vogel. Hij fluit een prachtig lied: een lentelied! De muizen zijn ineens klaarwakker, ze springen uit bed, eten de laatste hapjes van de vetbol en kijken om het hoekje van de deur. De zon schijnt en de lucht is blauw. ‘We gaan naar buiten, waar de vogels fluiten!’, roepen ze. Ze verstoppen zich voor de tweede keer achter het gordijn en wachten tot de mensen naar buiten gaan. ‘Maar waar gaan we dan naartoe?’, fluistert Piep. Tja, daar hebben de muizen nog niet over nagedacht. Als ze eerst maar buiten zijn, in de tuin, in de zon. Een plannetje bedenken ze later wel.
Gebruik je het Bubo-bord? Dan kun je hier alle dieren downloaden, printen, lamineren en gebruiken op het bord (download ook de muizen, roodborstje en stro, boerderij, gras en mais).







 Print de eieren van mevrouw Kip op stevig geel papier. Lamineer het en knip de eieren uit. Plak op de achterkant van de eieren een klein stukje klittenband. Leg de eitjes op de buik van Bubo. Maak op de buik van Bubo van klittenband een pan en een kippennest. De kinderen mogen nu om de beurt een eitje pakken en omdraaien. Zit er een kuiken in? Dan mag het eitje in het nest. Zit er geen kuiken in? Dan mag het eitje in de pan.
Print de eieren van mevrouw Kip op stevig geel papier. Lamineer het en knip de eieren uit. Plak op de achterkant van de eieren een klein stukje klittenband. Leg de eitjes op de buik van Bubo. Maak op de buik van Bubo van klittenband een pan en een kippennest. De kinderen mogen nu om de beurt een eitje pakken en omdraaien. Zit er een kuiken in? Dan mag het eitje in het nest. Zit er geen kuiken in? Dan mag het eitje in de pan.

 Mijn melk is voor mijn kalfje. Straks komt de boer de andere koeien melken. Ga maar wat melk drinken uit de melkbussen als de boer klaar is’. De muizen moeten dus nog even geduld hebben om te kunnen drinken. Ondertussen lopen ze naar het kalfje dat klaar is met drinken en lekker in het stro ligt. De muizen aaien over z’n hoofd en buik. ‘Lekker zacht hoor!’, zegt Pedro. ‘En ook heel lief!’ zegt Mini.
Mijn melk is voor mijn kalfje. Straks komt de boer de andere koeien melken. Ga maar wat melk drinken uit de melkbussen als de boer klaar is’. De muizen moeten dus nog even geduld hebben om te kunnen drinken. Ondertussen lopen ze naar het kalfje dat klaar is met drinken en lekker in het stro ligt. De muizen aaien over z’n hoofd en buik. ‘Lekker zacht hoor!’, zegt Pedro. ‘En ook heel lief!’ zegt Mini.









 De haan kraait zo hard dat de muizen van schrik gaan piepen. Het is al helemaal licht buiten en de boerderijdieren zijn allemaal wakker geworden. De muizen kijken om zich heen: waar zijn ze? Het warme, zachte holletje waar ze de vorige dag in zijn gaan liggen om te gaan slapen is een….. schaap! Max, Mini, Pedro en Piep hebben de hele nacht in de vacht van het schaap geslapen. En omdat de muizen van schrik zo hard hebben gepiept toen ze de haan hoorden kraaien, is het schaap waar ze op lagen ook wakker geworden. `Wat gebeurt er?!, zegt Pedro, ‘ik krijg buikpijn van dat gewiebel’. Het schaap is gaan staan en loopt naar het hooi om wat te gaan eten. Piep durft als eerste iets te zeggen: ‘Wie ben jij?’, vraagt ze aan het wollige wiebelbeest. ‘Ik ben mevrouw Schaap’, zegt het schaap, ‘maar wie zijn jullie? En wat doen jullie op mijn rug in het wol?’. Max vertelt dat het helemaal donker was toen ze in de stal kwamen. Toen vonden ze iets warms en zachts. ‘Een mooi plekje om te slapen’, zegt Max. Dan loopt mevrouw Schaap naar haar slaapplekje in de stal, want daar ligt in het stro een heel klein schaapje. Het is het kindje van mevrouw Schaap. ‘Klim maar eens naar beneden en kijk naar dit prachtige baby’tje’, zegt mevrouw Schaap. ‘Het is mijn kindje en ze heet lammetje’. De muizen klimmen uit de wol en springen op de grond. Daar zien ze het lieve kleine lammetje in het stro liggen. ‘Ah, wat lief!, zegt Mini, ‘mag ik lammetje aaien?’ Mevrouw Schaap vindt het goed en de vier vrienden gaan vlakbij lammetje staan om het te aaien. ‘Lekker zacht hoor!, zegt Pedro, ‘veel zachter dan jouw wol mevrouw Schaap’. Dat komt omdat lammetje nog heel klein is.
De haan kraait zo hard dat de muizen van schrik gaan piepen. Het is al helemaal licht buiten en de boerderijdieren zijn allemaal wakker geworden. De muizen kijken om zich heen: waar zijn ze? Het warme, zachte holletje waar ze de vorige dag in zijn gaan liggen om te gaan slapen is een….. schaap! Max, Mini, Pedro en Piep hebben de hele nacht in de vacht van het schaap geslapen. En omdat de muizen van schrik zo hard hebben gepiept toen ze de haan hoorden kraaien, is het schaap waar ze op lagen ook wakker geworden. `Wat gebeurt er?!, zegt Pedro, ‘ik krijg buikpijn van dat gewiebel’. Het schaap is gaan staan en loopt naar het hooi om wat te gaan eten. Piep durft als eerste iets te zeggen: ‘Wie ben jij?’, vraagt ze aan het wollige wiebelbeest. ‘Ik ben mevrouw Schaap’, zegt het schaap, ‘maar wie zijn jullie? En wat doen jullie op mijn rug in het wol?’. Max vertelt dat het helemaal donker was toen ze in de stal kwamen. Toen vonden ze iets warms en zachts. ‘Een mooi plekje om te slapen’, zegt Max. Dan loopt mevrouw Schaap naar haar slaapplekje in de stal, want daar ligt in het stro een heel klein schaapje. Het is het kindje van mevrouw Schaap. ‘Klim maar eens naar beneden en kijk naar dit prachtige baby’tje’, zegt mevrouw Schaap. ‘Het is mijn kindje en ze heet lammetje’. De muizen klimmen uit de wol en springen op de grond. Daar zien ze het lieve kleine lammetje in het stro liggen. ‘Ah, wat lief!, zegt Mini, ‘mag ik lammetje aaien?’ Mevrouw Schaap vindt het goed en de vier vrienden gaan vlakbij lammetje staan om het te aaien. ‘Lekker zacht hoor!, zegt Pedro, ‘veel zachter dan jouw wol mevrouw Schaap’. Dat komt omdat lammetje nog heel klein is.




 Als mevrouw Varken samen met Mini en Piep in de varkensstal komt, staat daar een klein babyvarken. Het babyvarken is nog heel klein en ziet er zo lief uit. ‘Mogen we hem even aaien? vragen Piep en Mini. 'Ja, natuurlijk!, zegt mevrouw Varken. Biggetje is helemaal roze en heel zacht en glad. 'Mijn kindje heet ‘Biggetje’ en hij vindt het heel leuk als je hem aait en met hem speelt. Maar eerst moet hij even drinken'. Mevrouw Varken gaat liggen en biggetje rent naar z’n mama om een speen te vinden waar hij aan kan zuigen. Het lijkt een beetje op het zuigen van het kalfje, maar mevrouw Varken heeft geen uier. Mini en Piep hebben nog steeds honger en ze vragen aan mevrouw Varken: 'Komt de boer straks de andere varkens melken?'. Daar moet het varken wel erg om lachen: 'hahahaha, nee, kleine muizen. Varkens worden niet gemolken. Alle melk is voor m’n biggetjes. En als de melk op is, is het ook echt op'. Dat vinden de muizen erg jammer. 'Maar er is genoeg eten voor jullie', zegt mevrouw Varken, 'kijk maar eens in die trog. Die zit vol met lekkers'. Mini en Piep lopen naar de trog en zien daar heel veel eten liggen. 'Kom op Piep', zegt Mini, 'we gaan lekker eten!'
Als mevrouw Varken samen met Mini en Piep in de varkensstal komt, staat daar een klein babyvarken. Het babyvarken is nog heel klein en ziet er zo lief uit. ‘Mogen we hem even aaien? vragen Piep en Mini. 'Ja, natuurlijk!, zegt mevrouw Varken. Biggetje is helemaal roze en heel zacht en glad. 'Mijn kindje heet ‘Biggetje’ en hij vindt het heel leuk als je hem aait en met hem speelt. Maar eerst moet hij even drinken'. Mevrouw Varken gaat liggen en biggetje rent naar z’n mama om een speen te vinden waar hij aan kan zuigen. Het lijkt een beetje op het zuigen van het kalfje, maar mevrouw Varken heeft geen uier. Mini en Piep hebben nog steeds honger en ze vragen aan mevrouw Varken: 'Komt de boer straks de andere varkens melken?'. Daar moet het varken wel erg om lachen: 'hahahaha, nee, kleine muizen. Varkens worden niet gemolken. Alle melk is voor m’n biggetjes. En als de melk op is, is het ook echt op'. Dat vinden de muizen erg jammer. 'Maar er is genoeg eten voor jullie', zegt mevrouw Varken, 'kijk maar eens in die trog. Die zit vol met lekkers'. Mini en Piep lopen naar de trog en zien daar heel veel eten liggen. 'Kom op Piep', zegt Mini, 'we gaan lekker eten!'


