Milou vindt een schat volledig

Week 1

Er loopt een klein kaboutermeisje door het grote bos. Ze draagt een mandje met daarin kastanjes, blaadjes, eikels en rozenbottels. Het kaboutertje heet Milou. Ze woont vlakbij in de grote parasolzwam. Een parasolzwam is een hele grote paddenstoel. In de steel van de paddenstoel zit een trap. Als je die trap naar boven loopt, kom je in de kamer. Die kamer zit in de hoed van de paddenstoel. Het is er zo gezellig! Milou loopt elke dag door het bos op zoek naar eten. Maar vaak gaat ze ook met de bosdieren spelen: de eekhoorn, het konijn of de spin. Vandaag waait de wind wel heel hard! Milou wordt bijna weggewaaid. De blaadjes in het bos vallen uit de bomen naar beneden: het is herfst. Milou houdt van de herfst. Ze zoekt dan de mooiste blaadjes op en maakt er een tapijt van voor in haar kamer in de paddenstoel.

We maken een kaboutermeisje (-jongen)

Nodig:

w.c.rolletje
vouwblaadjes
kleurpotloden en/of viltstiften
wit of licht papier
rood papier voor de kabouterhoed
lijm
restjes wol

Teken een cirkel en knip de cirkel uit. Laat de kinderen proberen om twee ogen een neus en een mond in de cirkel te tekenen. Kleur het w.c.rolletje en plak daarna het gezichtje op het rolletje. Smeer aan de bovenkant van het w.c. rolletje lijm en plak rondom draadjes wol. Vouw het kabouterhoedje en plak het bovenop het w.c.rolletje.

Wil je de illustraties gebruiken bij dit thema? Download ze dan hier.

Liedje

Er zit een klein kaboutermeisje, fluitend op een steen. Fluitend, fluitend, heel de dag alleen. Sta op kaboutermeisje, kom maar met me mee, samen dansen in bos, gezellig met z’n twee!

(Op de melodie van 'Er zat een klein zigeunermeisje huilend op een steen')

Speurtocht in de herfst

Maak in de omgeving een kleine speurtocht met de kinderen. Je kunt bijvoorbeeld een lijstje maken wat je allemaal kunt zoeken: rood blad, geel blad, eikels, kastanje, paddenstoel, enz. Als de kinderen alles hebben gevonden, verdienen ze een kabouterdiploma. Klik hier voor een kabouterdiploma.

Week 2

Milou loopt met haar regenlaarzen aan door het bos. Tjonge, wat waait het hard en wat regent het hard! Milou moet erg haar best doen om niet om te waaien. Dan hoort ze ineens een hard gekraak. ‘Wat gebeurt er?’ roept Milou. Snel rent ze terug naar haar grote paddenstoel. Maar wat is dat? Haar paddenstoel staat niet meer rechtop, maar ligt plat op de grond. De harde wind heeft de paddenstoel omver gewaaid. Wat is Milou verdrietig. Waar moet ze nu slapen? Hoe kan ze zo snel een andere paddenstoel vinden om in te wonen? Verdrietig gaat ze op een grote steen zitten.

Liedje

Er zit een klein kaboutermeisje, huilend op een steen. Huilend, huilend, heel de dag alleen. Sta op kaboutermeisje, droog je tranen af, samen dansen in bos, gezellig met z’n twee!

(Op de melodie van 'Er zit een klein zigeunermeisje huilend op een steen)

Daar komt Spin aanlopen. Spin is de beste vriend van Milou. ‘Waarom huil je Milou?, vraagt Spin. Milou vertelt dat haar paddenstoel kapot is gewaaid en dat ze nu geen plek heeft om te wonen. ‘Je mag in mijn spinnenweb komen wonen, totdat je een nieuwe paddenstoel hebt gevonden!’ zegt Spin.

Dat is erg aardig van Spin. Milou voelt zich al een stuk beter. ‘En weet je wat?, zegt Spin, ‘we kunnen op mijn spinnenweb gaan springen, het is net een trampoline’. Milou moet alweer lachen. Wat heeft Spin toch vaak leuke ideeën.

We maken en spin

Nodig:

Golfkarton
Pijpenragers
Verf en kwasten
Wiebeloogjes

Knip een groot en een klein ovaal uit het golfkarton (ongeveer 8 cm en 4 cm doorsnee). Laat de kinderen de buik en het hoofd (grote en kleine ovaal) mooi verven. Als de verf droog is, wordt het hoofd van de spin op de buik geplakt. De kinderen mogen hun lievelingskleur uitzoeken uit de pijpenragers. Knip de ragers op maat (4 stuks, ongeveer 10 cm lang) en laat de kinderen proberen de ragers door het lijfje van de spin te duwen. Plak tot slot een paar wiebeloogjes op het hoofd van de spin.

Springen

Heb je een (mini)trampoline? Ga dan met de kinderen op de trampoline en doe net als Spin en Milou. Heb je geen trampoline maar wel een luchtbed? Blaas het luchtbed een beetje op en laat de kinderen erop springen (bij jongere kinderen altijd hun handen vasthouden).

Liedje: Een spin wiedewin

De spin wiedewin, de spin wiedewin
Die weeft een web, die weeft een web
De spin wiedewin, de spin wiedewin
Die vangt daar mugjes en vliegjes in

(Tekst en melodie : Baukje Vellekoop)

Week 3

Spin en Milou hebben heel veel plezier. Ze springen en lachen totdat…. een grote windvlaag hen beiden van het spinnenweb afwaait. Spin kan zich nog net op tijd vasthouden aan een takje, maar Milou valt op de grond. Ze schrikt zich een puntmuts! Gelukkig heeft ze zich geen pijn gedaan. ‘Gaat het Milou?’, vraagt Spin. ‘Ja hoor, Spin’, zegt Milou, ‘ik ben gelukkig op een grote hoop blaadjes gevallen’. Spin laat zich ook op de bladerhoop vallen. ‘Dat is goed afgelopen Milou!’, zegt Spin. Terwijl ze allebei gaan staan, voelt Milou ineens iets hards onder de blaadjes. Wat is dat? Milou begint de blaadjes opzij te vegen en wat ziet ze daar? Een gouden eikel! De gouden eikel glimt en ziet er zo prachtig uit! Milou pakt hem en laat hem aan Spin zien. ‘Kijk eens wat ik gevonden heb’, zegt Milou. Spin kijkt z’n ogen uit: een gouden eikel? Spin en Milou hebben nog nooit zoiets moois gezien. ‘Zullen we hem meenemen naar jouw huis Spin?’, vraagt Milou, ‘dan kunnen we een plan maken wat we met de gouden eikel kunnen doen’. Samen lopen ze terug naar het spinnenweb van Spin. Spin zet een lekker kopje thee en samen praten ze over de eikel. Dan zegt Spin ineens ‘ik heb een geweldig idee Milou! We kunnen de allerbeste paddenstoelenbouwer van het bos vragen om een nieuwe paddenstoel voor jou te bouwen. We kunnen hem betalen met de gouden eikel’. Milou vindt het een prachtig plan.

We bouwen een grote paddenstoel

Nodig:

Stukje karton (ongeveer 15 cm2)
Keukenrol
Rood stevig papier
Witte verf en kwast
Watjes
Lijm

Knip de keukenrol aan de onderkant ongeveer 3 cm rondom in. Vouw de flapjes naar buiten en lijm deze vast op het kartonnen vierkantje. Laat de kinderen de steel van de paddenstoel wit verven. Knip een grote cirkel uit het rode papier. Knip de cirkel tot het midden in. Laat de kinderen de cirkel met kleine stukjes wat beplakken. Als de rode cirkel goed gedroogd is, vouw hem dan op de kniplijn in en lijm hem vast. Maak de hoed vast op de steel.

Liedje 'Op een grote paddenstoel'

Op een grote paddenstoel, rood met witte stippen.
Zat kabouter Spillebeen, heen en weer te wippen.
‘Krak’ zei toen de paddenstoel, met een diepe zucht.
En twee beentjes vlogen hoepla in de lucht.

Maar kabouter Spillebeen hield niet op met wippen.
Op die grote paddenstoel, rood met witte stippen.
Daar kwam vader Langbaard aan en die riep toen luid:
‘Moet dat stoeltje ook kapot? Spillebeen, kijk uit!’

Laat de kinderen op de grond op een kussentje zitten. Het kussen is de paddenstoel. De kinderen wiebelen heen en weer, net als kabouter Spillebeen. Ook de benen van de kinderen vliegen in de lucht. Wanneer de paddenstoel breekt.

Schrijf de letter P

Print de plaat met de letter P en allerlei illustraties die ook met de letter P beginnen. Vraag aan de kinderen of ze nog meer woorden of namen kunnen bedenken die met een P beginnen.

Week 4

Als ze de volgende dag wakker worden en gegeten hebben, gaan ze op zoek naar de beste paddenstoelenbouwer. Hij woont in de grootste paddenstoel van het bos. Spin klopt op de deur en een kabouter doet open. ‘Wat kan ik voor jullie doen?’, vraagt de kabouter. Milou vertelt het hele verhaal van haar paddenstoel, hoe de wind hem omgewaaid heeft en dat ze nu geen huis meer heeft. Ze vertelt ook van de gouden eikel, waarmee ze de kabouter kunnen betalen om een hele mooie paddenstoel te gaan bouwen. ‘Ik begin direct met het bouwen van een mooie paddenstoel, Milou!’, zegt de kabouter. Hij pakt z’n hamer, spijkers en zaag en gaat het bos in. Spin en Milou lopen achter hem aan en kijken hoe de kabouter een grote paddenstoel uitzoekt. ‘Dit wordt jouw nieuwe huis Milou’, zegt de kabouter. Hij pakt z’n zaag en zaagt een deur in de paddenstoel. Dan zaagt hij planken van hout voor de trap, hij timmert de planken vast met spijkers. De kabouter is de hele dag bezig. Hij maakt ook een tafel en stoelen en een bed. En aan het einde van de dag is het nieuwe paddenstoelenhuis klaar. Wat is Milou blij! Ze pakt de gouden eikel en geeft hem aan de kabouter. ‘Dank je wel lieve bouw-kabouter, m’n nieuwe huis is prachtig geworden!’. Samen met Spin maakt ze het gezellig in het nieuwe paddenstoelenhuis. Er komen fleurige gordijnen te hangen, de nieuwe tafel en stoelen worden in de kamer gezet en Milou legt mooie herfstblaadjes, rood, geel en bruin op de grond. Als alles klaar is, vraagt ze de dieren in het bos om op visite te komen. Zo kan iedereen haar nieuwe huis bekijken. Milou bakt een lekkere appeltaart en deelt die uit. Tot ’s avonds laat is het feest in de nieuwe paddenstoel. Als de dieren naar huis gaan, is het al donker in het bos. Milou steekt haar lantaarn aan. Wat is ze blij met al haar bosvrienden en haar nieuwe huis! Tevreden kruipt ze in haar nieuwe bed en al gauw valt ze in slaap...

We maken een boslantaarn

Nodig:

Gedroogde herfstbladeren in verschillende kleuren
Bakpapier
Lijm
IJzerdraad
Waxinelichtje op batterij
Per 2 kinderen een doosje van (bijvoorbeeld) camembert

Knip een stuk bakpapier van ongeveer 40 x 30 cm. Vouw het papier op de lange kant dubbel en vouw het vervolgens weer open. Laat de kinderen op de ene helft van het papier de herfstbladeren plakken. Vouw het papier weer dubbel en druk het stevig aan. Eventueel kun je de randen met plakband dicht maken. Plak de uiteinden van het bakpapier aan elkaar en maak het vast in de bodem van het deksel (of bodem) van het camembert-doosje. Maak een ijzerdraadje bovenin en zet het waxinelichtje op de bodem.

Wandeling in het donkere bos

Het is donker in het bos, het feestje in de paddenstoel van Milou is afgelopen en alle dieren gaan naar huis. Maar hoe vinden ze de weg in het donker?

We doen de gordijnen dicht en pakken onze lantaarn. Om de beurt mag iemand voorop lopen en een parcours lopen door de kamer. Iedereen moet wel stil zijn, want de meeste dieren in het bos slapen al.