Laat het sneeuwen volledig

Week 1

‘Mam! Het heeft gesneeuwd!’ Milan en Sara rennen naar moeder. Gisteren had het de hele dag geregend. Ze konden niet eens buiten spelen. Maar ’s nachts was het ineens kouder geworden en de regen was veranderd in sneeuw. Zo snel ze kunnen, eten ze hun boterhammen op. ‘Als we opschieten, kunnen we nog snel een sneeuwpop bouwen voordat we naar school gaan!’ Milan en Sara hebben nog nooit zo snel gegeten. Ze trekken hun jassen aan en rennen naar buiten. Eerst maken ze een sneeuwbal. De sneeuw blijft goed plakken. Milan rolt de sneeuwbal door de sneeuw. De sneeuwbal wordt groter en groter! Totdat hij zo groot is dat het precies op de buik van een sneeuwpop lijkt. Sara rolt met haar sneeuwbal ook de sneeuw. ‘Ho, stop!’, roept Milan, ‘de sneeuwbal is groot genoeg voor het hoofd van de sneeuwpop’. Met z’n tweeën tillen ze Sara's sneeuwbal op de andere sneeuwbal. ‘Mam, kom eens kijken!’ roepen ze voor het raam. Moeder komt kijken. ‘Dat ziet er prachtig uit jongens, goed gedaan. Maar nu moeten jullie echt naar school. Eerst tanden poetsen en vergeet je rugzak niet. Dááág, tot vanmiddag’. Moeder zwaait naar ze voor het raam. Milan en Sara hebben een echte sneeuwpop gemaakt en vanmiddag uit school gaan ze hem nog mooier maken.

Illustraties bij het thema

Gebruik je het Bubo-bord, dan kun je deze afbeeldingen downloaden, printen en lamineren, veel plezier!

kale en aangeklede sneeuwpop

vogelhuisje met sjaal

konijnenhol met muts

Sneeuwballen van klein naar groot

Nodig:

Heb je een Bubo-bord? Print dan de afbeelding met sneeuwballen en lamineer hem. Knip de sneeuwballen uit en plak er een klittenbandje achter.

Laat de kinderen die zelf kunnen knippen de verschillende sneeuwballen uitknippen. Voor de kleintjes moet je zelf de sneeuwballen uitknippen. Leg de sneeuwballen door elkaar op tafel. De kinderen mogen om de beurt een sneeuwbal pakken totdat ze op zijn. Laat hen daarna de sneeuwballen op volgorde van grootte leggen.

Op het Bubo-bord kunnen de kinderen de sneeuwballen op volgorde van grootte op het bord plakken.

We maken een thermometer

Dat is gek! Er komt geen regen uit de lucht vallen, maar sneeuw. Mooie grote vlokken sneeuw. Dat ziet er prachtig uit. En de regenplassen zijn veranderd in ijs. Je kunt er overheen glijden, pas op hoor! Het is heel glad.

Hoe kan de regen nu veranderd zijn in sneeuw en het water in ijs? Dat komt omdat het koud is, heel koud. Zo koud dat alles buiten bevriest. We gaan samen eens op de thermometer kijken: staat het streepje op 1, 2, 3 of hoger? Dan vriest het niet hoor. Maar staat het streepje in de thermometer op -1, -2, -3 of nog lager, dan vriest het! Dat is lastig tellen. Je kunt misschien al wel tot 5 of tot 10 tellen? Maar als het vriest, gaat het tellen eigenlijk achteruit. Luister maar: ‘3, 2, 1, 0, -1, -2, -3’ en zo verder. Hoor je dat je terug telt tot 0 en dan zeg je ‘min 1, min 2, min 3’. Zo weet iedereen wanneer het vriest.

Nodig:

Print de thermometer en knip hem uit. Laat de kinderen de thermometer op het stevige gekleurde papier plakken. Plak het rietje in het midden van de thermometer, met de onderzijde op ‘-10’ en zo verder naar boven. Laat de kinderen de afbeeldingen die bij vorst en warm weer horen, naast de thermometer plakken. Vraag de kinderen waarom ze bijvoorbeeld de zon op een bepaalde plaats plakken, de regen, de sneeuw, enz. Duw de chenille draad door het rietje en laat zien dat de bovenkant van het rietje de temperatuur buiten weergeeft. Je kunt bijvoorbeeld een weerkaart bijhouden deze maand waarop je per dag de temperatuur aangeeft.

Liedje 'Sneeuwvlokje'

Sneeuwvlokje, sneeuwvlokje dwarrel maar rond.
Kom met je vriendjes bij ons op de grond.
Sneeuwvlokjes, sneeuwvlokje kom nu maar gauw,
misschien maak ik straks wel een sneeuwpop van jou

We maken sneeuwvlokken

Nodig:

  • wit stevig papier
  • schilderstape
  • schaar
  • blauwe verf
  • verfstempels

Plak de stroken schilderstape in de vorm van een sneeuwvlok op het witte papier (zie foto). Laat de kinderen het papier en de sneeuwvlok helemaal blauw stempelen. Vooral de randen van de sneeuwvlok moeten goed gestempeld worden. Wanneer alles droog is, trek je voorzichtig het schilderstape eraf en zie je de sneeuwvlok.

Week 2

Milan en Sara rennen direct uit school naar huis. Zou de sneeuwpop nog in de tuin staan? Op school hebben ze een sneeuwballengevecht gehouden: meiden tegen de jongens. De kinderen hebben met elkaar ook een sneeuwpop gemaakt. Maar die is in het sneeuwballengevecht alweer kapot gegaan.

Ja, gelukkig! Daar staat hun eigen sneeuwpop. Moeder zegt dat ze eerst naar binnen moeten komen om wat te drinken. Daarna gaan Milan en Sara weer snel naar buiten. Ze zoeken kleine steentjes om ogen en een mond te maken voor hun sneeuwpop. Eigenlijk moet een echte sneeuwpop een wortel als neus hebben. ‘Mam, mogen we een wortel?’, roept Milan voor het raam. ‘Een wortel om op te eten?’, vraagt moeder. ‘Nee, een wortel voor de neus van de sneeuwpop!’. Moeder pakt een wortel uit de koelkast, een mooie grote oranje wortel. Milan prikt de wortel midden in het hoofd van de sneeuwpop. Ziezo, dat ziet er mooi uit. Sara staat voor de sneeuwpop en kijkt eens goed: wat moet een sneeuwpop nog meer hebben? Een echte mooie sneeuwpop moet eigenlijk een sjaal en een muts hebben. ‘Mam, mogen we een sjaal en een muts?’, roept Sara door het raam naar moeder. Maar moeder komt al naar buiten lopen. En wat heeft ze in haar handen? Een sjaal en een muts. ‘Hoe wist mama dat?’, denken Milan en Sara.

Spel ‘sneeuwballen gooien’

Spel 1: sneeuwballen gooien

Nodig:

  • Speelgoed sneeuwballen (bijvoorbeeld bij Credu.nl)
  • Een emmer
  • schildertape
  • (eventueel) A-4 papier en zoveel kleine witte cirkels als er sneeuwballen zijn.

Plak een strook schilderstape op de grond. De kinderen gaan achter de streep staan. Elk kind mag proberen zoveel mogelijk sneeuwballen in de emmer te gooien. Een van de kinderen kan de stand bijhouden door het aantal sneeuwballen onder de naam van het kind op een papier te leggen.

Spel 2 sneeuwballen rollen

Nodig:

  • Een oude doos
  • Sneeuwballen

Knip in de zijkant van de doos een grote opening. Zet de doos op de grond en laat de kinderen proberen de sneeuwballen door de opening in de doos te rollen.

Welke slee is als eerste bij de finish?

Nodig:

Print de afbeelding. Laat ieder kind om de beurt met de dobbelsteen gooien. Zoveel ogen als je gooit, zoveel plaatsen mag je vooruit. Maar let op: als je op een sneeuwpop komt, moet je 1 plaats terug..

We maken een sneeuwpop van deeg

Nodig:

  • 2 kopjes bloem
  • 1 kopje zout
  • 1 kopje water
  • 1 eetlepel olie of een flinke eetlepel bodylotion
  • kleine takjes (voor de armen)
  • stukjes vilt voor de mond, de ogen en de neus
  • stukjes vilt voor de sjaal en muts.

Doe alle ingrediënten bij elkaar en kneed er een soepel deeg van. De kinderen mogen nu van het deeg een sneeuwpop maken: een buik en een hoofd. Als het deeg gebakken is (ongeveer 1 uur op 100 graden) gaan we de sneeuwpoppen verder mooi maken met een muts, sjaal, mond, ogen en neus.

Week 3

Op de grond vlak voor de sneeuwpop liggen alle spullen om hem nog mooier te maken: de steentjes voor de ogen en de steentjes voor de mond, de muts en de sjaal. En dan gaan Milan en Sara aan het werk. Ze prikken de steentjes in het hoofd van de sneeuwpop, dat zijn de ogen. Dan duwen ze een rijtje stenen onder de grote wortel, dat is de mond van de sneeuwpop. Ze zetten voorzichtig de muts op zijn hoofd en ze doen de sjaal om z’n nek. Wat is de sneeuwpop mooi geworden! Moeder komt naar buiten lopen en maakt een foto van de sneeuwpop. Wat een goed idee van moeder. Want als het gaat dooien, smelt de sneeuwpop. En dan hebben ze toch nog een foto van Guus de sneeuwpop. Ja, zo heet de sneeuwpop: Guus! Dat hebben Milan en Sara samen bedacht. Milan en Sara zijn toch wel koud geworden en ze hebben ook zin in een beker warme chocolademelk. ‘Dag Guus, tot morgen!’, zeggen ze tegen de sneeuwpop. Guus zegt niets terug, maar hij kijkt wel heel vriendelijk naar Milan en Sara. Net of hij wil zeggen ‘Dag kinderen, tot morgen!’

Liedje 'Sneeuwman'

Sneeuwman, sneeuwman met je zwarte hoed
Sneeuwman, sneeuwman met je witte toet
Sneeuwman, sneeuwman van je tiedeliedeleus
Heb jij een oranje wortel als neus?

Sneeuwman, sneeuwman met je zwarte hoed
Sneeuwman, sneeuwman met je witte toet
Sneeuwman, sneeuwman van je tiedeliedeloog
Heb jij een blauwe knoop als oog?

Sneeuwman, sneeuwman met je zwarte hoed
Sneeuwman, sneeuwman met je witte toet
Sneeuwman, sneeuwman van je tiedeliedelek
Heb jij een rode das om je nek?

(bron: tekst en muziek: Lin de Laat)

Spelletje: dobbelen voor sneeuwballen.

Nodig:

Print de afbeelding met de sneeuwman en sneeuwballen. Laat de kinderen de kleurplaat kleuren. Gooi om de beurt met de dobbelsteen. Zoveel ogen als je gooit, zoveel sneeuwballen mag je op de cirkels rond de sneeuwpop leggen. Wie het eerst alle sneeuwballen heeft weggelegd, heeft gewonnen.

Kokkerellen ‘sneeuwvlokken’

Nodig:

  • 3 eiwitten
  • 100 gram kristalsuiker
  • 100 gram poedersuiker
  • snufje zout

Zet de oven op 100 graden.

Klop de eiwitten stevig en voeg beetje bij beetje de kristalsuiker erdoor. Wanneer de suiker goed opgenomen is, spatel je de poedersuiker erdoor. Laat de kinderen met kleine lepels hoopjes 'sneew' maken, dat zijn de sneeuwvlokken. De oudere kinderen kunnen het mengsel in een spuitzak doen en sneewvlokken gaan spuiten. Doe de sneeuwvlokken minimaal 1 uur in de oven, afhankelijk van de dikte van de sneeuwvlokken.

Tip: Gebruik een grote plastic puntzak (bijvoorbeeld de snoepzakken van het Kruidvat). Vul de zak met het eiwitmengsel. Knip een klein gaatje in de punt en spuit mooie sneeuwvlokken.

Week 4

Als Milan en Sara de volgende morgen uit het raam kijken, schrikken ze: de muts en de sjaal van de sneeuwpop zijn weg! ‘Mam! Kom eens gauw, de sjaal en de muts van de sneeuwpop zijn weg!’ Moeder komt kijken. Met z’n drieën lopen ze de tuin in en kijken eens goed in het rond. Waar kunnen de muts en sjaal gebleven zijn? Dan ziet Milan ineens een klein stukje van de rode sjaal uit het vogelhuisje hangen. ‘Mam, kijk eens naar het vogelhuisje’, zegt Milan tegen moeder. Ze lopen naar het vogelhuisje en moeder kijkt voorzichtig door de kleine opening naar binnen. In het vogelhuisje zit een kleine pimpelmees. Z’n oogjes zijn dicht, hij slaapt. ‘Sssst’, zegt moeder, ‘we maken het vogeltje nu niet wakker. Als hij straks naar buiten vliegt, pakken we de sjaal wel terug. En… waar is de muts? Milan en Sara blijven in de tuin staan en kijken naar het vogelhuisje. Ze horen wat gepiep en geritsel en daar vliegt de kleine pimpelmees al uit het vogelhuisje. Snel lopen ze naar het vogelhuis toe en trekken de sjaal eruit. ‘Zo Guus’, zegt Sara tegen de sneeuwpop, ‘hier is je sjaal weer terug’. De muts is nog kwijt. Waar kan de muts zijn. Niet in het vogelhuisje, daar is het huisje veel te klein voor. Milan en Sara lopen verder door de tuin. En ineens roept Sara ‘Milan, kijk eens! Daar op de grond tussen de struiken, ligt de muts van onze sneeuwpop!’ Ze rennen er samen naar toe. Hoe kan de muts daar terecht zijn gekomen? Milan pakt de muts op. Maar wat ziet Milan onder de muts op de grond? Daar zit een hol, een konijnenhol. Zou het konijn dat hier woont, de muts gepakt hebben en over de opening van het holletje hebben gelegd? Dan zou het wel een heel slim konijn zijn. De muts zorgt ervoor dat het niet nat wordt in het konijnenhol en dat de wind er niet in kan waaien. Milan en Sara lopen naar moeder en laten de muts zien. ‘Fijn dat jullie de muts hebben gevonden’, zegt moeder. Maar nou zijn er wel twee dieren die het misschien koud krijgen vannacht. Het pimpelmeesje mist de warme sjaal en het konijn de muts boven het konijnenhol. Met z’n drieën bedenken ze een plannetje waardoor de dieren toch warm blijven. Het pimpelmeesje krijgt wat stro in het vogelhuisje en op de opening van het konijnenhol wordt een jute zak gelegd. Ziezo, de sneeuwman heeft z’n muts en sjaal terug en de dieren kunnen vannacht lekker warm slapen.

We maken voetstappen en handafdrukken in de sneeuw

Teken de omtrek van de handen en voeten van de kinderen op wit papier. Knip de handen en voeten uit en leg ze verspreid, op kleine afstand van elkaar op de grond door de kamer. De kinderen lopen op handen en voeten door de kamer en telkens wanneer er een voet ligt, zetten de kinderen hun voet daarop en evenzo met de handen.

 Nodig:

  • wit papier
  • pen
  • schaar
liedje ‘Dag meneer de sneeuwman’

Dag meneer de sneeuwman,
waar kom je vandaan?
Dag meneer de sneeuwman,
blijf maar staan.
Hier is een bezem, een stok en een hoed,
dag meneer de sneeuwman,
het staat je goed!

Sneeuw op je sneeuwman

Nodig:

  • fel gekleurd stevig A-4 papier
  • wit papier
  • stukjes zwart papier
  • allerlei kleurtjes papier voor muts en sjaal
  • oranje papier voor de neus
  • watjes
  • krijtjes
  • lijm

Knip 1 grote en 1 kleine cirkel uit het witte papier. Laat de kinderen de cirkels op het felgekleurde papier plakken. Knip stukjes zwart papier voor de armen, ogen en mond. Knip een neus uit het oranje papier. Laat de kinderen de sneeuwpop verder ‘aankleden’. Laat ze lekker hun gang gaan. De watjes kun je onder de sneeuwpop plakken. Wanneer alles is opgedroogd, kunnen de kinderen het laten sneeuwen op de tekening, door met krijt stippen en streepjes te tekenen.

Leuke boeken bij dit thema zijn:

Scroll naar boven