In de ruimte

Week 1

Met een vliegtuig kun je in de lucht vliegen. Met een luchtballon, een helikopter en deltavlieger ook. Maar kun je daarmee ook naar de maan vliegen? De zon, de maan en de sterren zijn heel ver weg. En toch gaan we op reis naar de ruimte! Ga mee!

De maan is zover bij ons vandaan dat je er met een raket naartoe moet vliegen. Kijk naar deze ruimteveer die de ruimte invliegt. Je kunt ook niet je gewone kleren aandoen. Er zijn speciale kleren die je aantrekt als je naar de ruimte vliegt, een astronautenpak. Maar wat is de ruimte? Dat weet eigenlijk niemand. In de ruimte zweeft de maan, maar ook de aarde en de zon. Trek je astronautenpak maar aan, we gaan op reis!

De zon geeft licht en warmte

Als je ’s morgens wakker wordt en uit je bed komt, is het vaak alweer helemaal licht buiten. Dat komt omdat de zon schijnt! Je kunt de zon niet altijd zien, maar hij is er wel. Als er veel wolken in de lucht zijn, zit de zon daarachter verstopt. In de zomer geeft de zon heel veel warmte. Het kan dan zo warm worden dat je je zwembroek of zwempak aantrekt en lekker met water gaat spelen buiten. De zon staat in de ruimte. De zon is een hele grote ster. Kun je met een raket naar de zon vliegen? Nee, dat kan echt niet! De zon is verschrikkelijk heet. Alles wat in de buurt komt, verbrandt.

Mijn eigen zon

We kunnen met een raket niet op de zon landen, maar we kunnen wel proberen de zon na te maken!

Dit heb je nodig:

  • Grote vellen wit papier
  • Verf in de kleuren rood en geel
  • Sponsjes/ schuursponsjes
  • En.... we hebben onze handen nodig

Teken op de vellen papier grote cirkels. Laat de kinderen dit vrolijk verven in rood en geel. Je krijgt mooie mengkleuren oranje wanneer je ze lekker hun gang laat gaan. Breng met een kwast voldoende rode en gele verf aan op een sponsje. Laat de kinderen hun handen één voor één op het sponsje leggen, zodat ze mooi gekleurd worden. Daarna drukken de kinderen hun handen rondom de grote cirkel op het vel papier. De zon krijgt hierdoor prachtige stralen.

Week 2

Als het ’s avonds donker wordt en je al bijna gaat slapen, kun je soms de maan en de sterren zien als je buiten staat en in de lucht kijkt. De maan is soms helemaal rond. Maar de maan kan er ook anders uitzien zoals een halve cirkel of zelfs nog kleiner. Is dat een andere maan? Of is de maan gegroeid of gekrompen? Nee hoor! Het is dezelfde maan en hij blijft altijd rond. Het stuk maan dat je niet kunt zien, ligt in de schaduw van de aarde. Ziet de maan er niet prachtig uit? Zou je wel eens op de maan willen kijken? Wat zou je daar kunnen zien? Zijn er bomen op de maan en leven er dieren?

Met Bubo in de ruimte

Maak je gebruik van het Bubo-bord? Print dan de Aarde, maan en andere planeten. Je kunt ook een astronaut printen en een raket. Lamineer de afbeeldingen en vertel spannende verhalen. Laat de kinderen ook verhalen vertellen door ze gebruik te laten maken van de afbeeldingen.

Maanstanden

Nodig:

  • Stevig wit papier
  • Schaar
  • Lijm
  • Splitpen
  • Tekening van de aarde
  • Kleurpotloden

Print de afbeelding voor de verschillende maanvormen en knip de cirkel uit. Teken op de manen de acht verschillende maanstanden. Kijk op maanstanden en namen als voorbeeld. Laat de kinderen de maan in de goede maanstand geel kleuren.

Voor de oudere kinderen: knip eenzelfde cirkel uit stevig papier. Knip aan de rand van de cirkel een vierkant. Zorg ervoor dat deze opening in ieder geval de volle maan van de eerste cirkel laat zien. Bevestig de tweede cirkel op de eerste cirkel met behulp van een splitpen. Print de tekening van de aarde, laat de kinderen de aarde kleuren (aarde groen en zee blauw). Knip de aarde uit en plak het op de tweede cirkel.

Zing een vrolijk liedje over een reis naar de maan (bron: schooltv.nl)

Kom we gaan
Kom we gaan
Doe je ruimtepak maar aan
Want we gaan
Naar die hele mooie ronde grote gele maan!


We kunnen zien hoe de maan eruit ziet als we ernaar kijken. Maar hoe zou het zijn wanneer je op de maan loopt? Wat is er op de maan? Eigenlijk is de maan een beetje saai. Er liggen veel stenen en er zijn diepe gaten, die je kraters noemt. Er ligt ook heel veel stof op de maan. Bovendien is er geen lucht op de maan, je kunt er niet ademen. Je moet dus als je naar de maan gaat, lucht meenemen om te kunnen ademen. Weet je een plek waar je ook niet kunt ademen? Ja, dat is onder water, daar kunnen we ook niet ademen. 

Maanlandschap

Nodig:

  • Stevig donkergekleurd papier
  • Witte verf
  • Bloem
  • Stevige kwast
  • Petflesje

Teken een grote cirkel op het papier. Meng een flinke eetlepel bloem door een schoteltje witte verf. Kijk zelf of de dikte van de verf goed is: het moet stevig genoeg zijn om er vormen in te duwen. Laat de kinderen met een stevige kwast het mengsel van verf en bloem in een dikke laag op de cirkel aanbrengen. Met de opening van het petflesje drukken de kinderen ‘kraters’ in het maanlandschap. 

Week 3

Vonden jullie de maan ook zo mooi? Ik zou er graag naartoe gaan. Maar dat gaat niet zomaar. Je moet speciale kleren aantrekken, een astronautenpak. Zo’n astronautenpak is heel erg zwaar. Het is speciaal voor de ruimte gemaakt. Het astronautenpak is zwaarder dan de astronaut zelf. Dat is gek! Stel je voor dat de broek en trui die je aan hebt veel zwaarder zijn dan jij bent. Je moet ook een astronautenhelm op je hoofd zetten. En weet je wat ook heel belangrijk is? Je moet lucht (zuurstof) meenemen. Want in de ruimte kun je niet ademen, daar is geen lucht.

Ik ben een astronaut

Nodig:

  • Tekening van de astronaut
  • Schaar
  • Kleurpotloden of waskrijt
  • Fotokopieën of foto’s van de kinderen

Print de tekening van de astronaut. Laat de kinderen de tekening kleuren. Knip (of laat knippen) het gedeelte voor het gezichtje uit de astronaut. Plak hier de foto van het gezicht van het kind achter. Lamineer de astronautjes eventueel om de kinderen ermee te laten spelen.

De raket gaat vliegen

Nu komt de raket aan de beurt. Die moeten we ook zelf bouwen. Zijn jullie goede raketbouwers? Een raket heeft hele sterke motoren die er voor zorgen dat hij helemaal naar de ruimte kan vliegen. Een raket vliegt enorm snel. Als je in de auto zit, rijden papa of mama misschien best wel hard. Maar een raket vliegt nog veel sneller dan de auto kan rijden. Als de raket klaarstaat om te vertrekken naar de ruimte, tellen de astronauten niet vooruit maar achteruit. Dus niet ‘1, 2, 3, 4…’ maar ‘…4, 3, 2, 1, 0’. Wanneer de '0’ wordt geteld, gaat de raket vliegen. Zullen we dat met elkaar proberen? Kun je misschien ook verder voor- en achteruit tellen?

Mijn eigen raket

Nodig per kind:

  • 1 keukenpapierrol
  • 4 wc-rolletjes
  • Dubbelzijdig plakband
  • Vouwblaadjes
  • Schaar
  • Verf
  • Kwasten

Plak met dubbelzijdig plakband de 4 wc-rolletjes onderaan rondom de keukenpapierrol. Laat de kinderen de raket verven. Neem voor elke raket een vouwblaadje om de punt van de raket te maken. Vouw het blaadje in vieren. Vouw het vervolgens weer open en knip 1 van de vier vierkantjes eruit. Vouw het vierkantje weer dicht. Knip nu langs de onderkant de ene punt eraf (zie foto). Vouw open en plak in elkaar. Plak vervolgens het puntdak op de raket.

Week 4

Spring eens in de lucht! Zie je dat je vanzelf weer op de grond komt? Waar je ook staat of waar je ook bent, je komt altijd weer terug op de grond. De grond houdt je vast. De grond is van onze planeet, daar wonen we. Onze planeet heet 'Aarde'. Het is een hele grote bol met land en water. Er groeien bomen en bloemen, er leven mensen en dieren. Wij hebben een prachtige planeet.

Deze week gaan we met onze raket naar een andere planeet vliegen, de planeet Mars. Klap maar eens in je handen als je ‘Mars’ zegt. Dat is één klap!

De planeet Mars

Heb je je ruimtepak aangetrokken? Heb je lucht in de grote luchtfles op je rug? Instappen maar! Vijf, vier, drie, twee, één….nul! De raket schiet omhoog. Er komt veel vuur uit de motoren. We vliegen heel hard.

Hou je vast, we gaan landen op Mars! Mars ziet er wel heel anders uit dan onze planeet Aarde. Het is helemaal leeg: geen planten, bomen of dieren. Wel heel veel stof, stenen en kuilen. Er zijn vijf hele grote vulkanen op Mars. Maar één van die vulkanen is de allergrootste. Hij is drie keer zo hoog als de hoogste berg op de Aarde.

Tel je mee?

Die grote vulkaan op Mars is drie keer zo hoog als de hoogste berg op aarde: één, twee, drie.

Er zijn vijf grote vulkanen op Mars: één, twee, drie, vier, vijf.

Marslandschap knutselen

Nodig:

  • Klei
  • Deegrollers
  • Sterke vingers

Geef elk kind twee stukken klei. Het ene stuk klei wordt met een deegroller plat gerold tot een dunne plak van ongeveer 1 à 2 centimeter. Van het andere stuk klei worden brokstukken steen gemaakt en de grootste vulkaan van de planeet Mars.

Planetenrace

Nodig:

  • Afbeeldingen van de maan en planeten
  • Muziek
  • Raketten uit week 3 

Knip papieren cirkels en kleur ze in de kleuren van de maan en de planeten, bijvoorbeeld Aarde, Mars, Saturnus en Jupiter. Kleur ze zo realistisch mogelijk (denk aan de ring rond Saturnus). Geef elk kind zijn raket die in week 3 gemaakt is. Zet een vrolijk muziekje op. Zolang de muziek speelt, lopen of rennen de kinderen door de ruimte. Wanneer de muziek stopt, moeten de kinderen met hun raket landen op een planeet die jij noemt. 

Leuke boeken bij het thema 'In de ruimte' zijn:

Scroll naar boven