Week 1 De neushoorn
Ik zie een dier dat heel groot is. Hij kan net zo lang worden als jouw papa of mama. Maar hij is veel breder. Van z´n kop tot z´n kont is hij meer dan vier meter lang. Past hij in jullie kamer? Hij heeft een grote hoorn midden op zijn neus. Weet jij welk dier ik bedoel? Ja, heel goed geraden, dat is de neushoorn! Een neushoorn is ook heel zwaar, zo zwaar dat de allersterkste meneer van de hele wereld hem niet kan optillen. Met zijn grote poten kan hij toch heel snel rennen, veel sneller dan jij en ik. Aan elke voet heeft de neushoorn drie hoeven. Tel je mee? ‘Eén, twee, drie!' Wat zou een neushoorn lekker vinden om te eten? En wat zou hij drinken?

Wil jij eruit zien als een echte grote neushoorn? Dan moet je zo’n grote hoorn op je neus hebben. Die gaan we maken!
De meeste dieren hebben staarten: lange staarten, korte staarten, dikke staarten of dunne staarten. Kijk eens naar de plaatjes van de dieren en van de staarten. Weet jij welke staart bij de neushoorn hoort? En weet je ook welke staarten bij de andere dieren horen?