Dreumes in het verkeer

Week 1 Licht en donker

's Morgens is het pas laat licht en 's avonds is het vroeg donker: het is winter. Je moet wat meer gaan oppassen met oversteken, langs de weg lopen en buiten spelen. Hoe loop jij samen met de peuters (en kleuters) veilig door het verkeer? ´Dreumes in het verkeer´ met spelletjes, verhaaltjes, boeken en liedjes. Veel plezier!

Verschil tussen donker en licht

Als ik in het donker sta, kun je mij dan zien? Als ik in het licht sta, kun je mij dan zien?

Praat met de kinderen over licht en donker. Wat kun je goed zien als het donker is en wat kun je niet goed zien? Loop je wel eens in het donker buiten? Hoe maak je licht: lampjes, kaarsen, vuur, reflectoren.

Het grootste licht komt van de zon. Maar als de zon ondergaat wordt het donker. Dan doen we in huis de lampen aan, of steken kaarsjes aan. Buiten op straat gaan de straatlantaarns branden. De lampen van de auto’s gaan aan en ook de lampen van de fietsen. Zo maken we met elkaar licht in het donker. Maar als je in het donker op de stoep of langs de straat loopt of als je een drukke weg moet oversteken? Kan iedereen jou goed zien?

Loop je met dreumes in het donker over straat, koop dan een reflectievestje of kleine lampjes die je aan de mouw van dreumes vastmaakt. Zo valt ‘ie goed op in het donker.

(Bijvoorbeeld bij de ANWB)

Zaklampspel

Nodig:

  • een kleine zaklantaarn
  • kleed of deken
  • verschillende soorten speelgoed

De kinderen zitten in een kring. In het midden ligt een kleed op de grond. Onder het kleed is speelgoed verstopt. Bijvoorbeeld: autootje, varkentje, pop, boekje, enz. De kinderen mogen niet onder het kleed kijken en weten ook niet wat er onder ligt. Een voor een mogen de kinderen de zaklamp pakken en 10 tellen lang onder het kleed schijnen. De anderen doen dan hun ogen dicht. Wat zien ze? Wissel regelmatig wat speelgoed af. Als iedereen een beurt heeft gehad, wordt het kleed weggehaald en bekeken of de kinderen het goed hebben gezien. In het donker met een klein lampje op speelgoed schijnen, kan heel lastig zijn. Als het licht goed op het speelgoed valt, kunnen de kinderen gemakkelijk noemen wat ze zien.

Praat met de kinderen over licht en donker: wanneer kun je iets goed zien in het donker, wanneer kun je het niet goed zien?

Licht en schaduw

Nodig:

Vouw het witte papier dubbel. Vouw het vervolgens weer open en verf een helft zwart. Knip (of doe dit voor de jongste kinderen) de schaduwfiguren uit. Wanneer de verf droog is, worden de schaduw figuurtjes op het papier geplakt. Wanneer kun je de schaduwfiguren het beste zien? Wanneer ze op wit papier of wanneer ze op zwart papier geplakt zijn?

 

We maken een voetgangerslicht

Nodig:

  • gekleurd stevig papier
  • print van staand en lopend meisje
  • alle groene en alle rode kleurpotloden of krijtjes die je hebt.

Laat de kinderen het lopende meisje groen kleuren en het staande meisje rood.

‘Rood is stop en groen is gaan!’

Week 2 Handen geven

Dreumes loopt aan de kant van de weg. Misschien is er een stoep of een voetpad, maar op een woonerf ontbreekt dat. We spreken met dreumes af dat hij niet gaat rennen. Op de stoep of aan de kant van de weg ga je lopen.

We moeten de weg oversteken naar de speeltuin. Als je vaak dezelfde route loopt, weet dreumes waar de oversteekplaats is. Bijvoorbeeld 'bij het bord van het fietspad blijf je staan', of 'waar de weg een andere kleur krijgt of andere tegels heeft, blijf je staan'. 

  • Geef elkaar een hand en kijk samen eerst naar links, dan naar rechts en dan weer naar links. Komt er niets aan? Oversteken maar!
  • Duwt iemand de kinderwagen? Laat dreumes dan de kinderwagen vasthouden, kijk samen eerst naar links, dan naar rechts en dan weer naar links. Komt er niets aan? Oversteken maar!
  • Is er een voetgangers oversteekplaats met verkeerslichten? Wacht dan tot het groene licht gaat branden. Kijk of de auto’s en fietsers echt stoppen, en ga dan oversteken.
  • Dreumes blijft rustig lopen naast papa, mama of de juf en rent niet vooruit.
Handen geven

Laat dreumes zijn hand op een vel papier leggen en trek met een potlood de hand van dreumes om; de hand mag mooi gekleurd of versierd worden. Trek daarna je eigen hand om en geef de handen aan elkaar: handen vast met oversteken.

Nodig:

  • A4 papier
  • potlood
  • kleurtjes en/of versiermateriaal
  • lijm

Liedje 'handen geven'

´Handen geven, handen geven,
Jij mijn hand, ik jouw hand.
Samen oversteken, samen oversteken,
Hand in hand, hand in hand´.

(Op de melodie van 'Vader Jacob')

Wat is links en wat is rechts? Door veel te herhalen en zelf duidelijk naar links te wijzen en te kijken en daarna naar rechts kijken en wijzen, weet dreumes hoe hij goed moet kijken of er verkeer aan komt. Dat zijn niet alleen auto’s maar ook fietsers, bromfietsers en andere voetgangers.

Het oversteeklied

Oversteken, oversteken
Stoeprand… stop! Stoeprand… stop!
Kijk naar alle kanten, kijk naar alle kanten
Kijk, kijk, kijk
Kijk, kijk, kijk.

Oversteken, oversteken
Let goed op! Let goed op!
Kijk daar komt een auto, kijk daar komt een auto
Stop, stop, stop,
Stop, stop, stop.

Oversteken, oversteken
Let goed op! Let goed op!
Kijk daar komt geen auto, kijk daar komt geen auto,
Stap, stap, stap,
Stap, stap, stap.

Op de melodie van Vader Jacob
(uit: ‘Doeboek’ leer in het verkeer. Uitgeverij Tjinco bv Den Haag)

Week 3 Het zebrapad

Wat zijn dat voor strepen op de weg? Het lijkt wel een zebra. Het is een zebrapad: witte strepen op de weg. Hier kun je oversteken, de auto’s en fietsers moeten voor je stoppen. Maar…. je moet toch eerst goed naar links en rechts kijken of de auto en fiets echt stoppen. Pas dan kun je oversteken. We rennen niet naar de overkant, maar lopen rustig door.

We stempelen een zebrapad

Nodig:

  • wit papier
  • zwarte verf
  • schilderstape
  • verfstempels of kwasten
  • schaar
  • eventueel: poppetjes knippen en op het zebrapad plakken

Plak op het witte papier stroken schilderstape. Laat de kinderen nu met de zwarte verf het papier zoveel mogelijk zwart maken. Als alles goed is gedroogd, worden de stroken schilderstape voorzichtig van het papier afgehaald. Het zebrapad is klaar.

Liedje 'Egeltje wil je oversteken?'

Egeltje, wil je oversteken?
Heb je wel goed uitgekeken?
Ga toch naar het zebrapad,
Anders rijden ze je plat.

Klik hier voor de melodie.

we maken een zebrapad-boterham

Nodig:

  • wit brood en roggebrood
  • eventueel hagelslag of chocopasta

Snij een witte boterham en een snee roggebrood in repen. Laat de kinderen om en om de repen brood op hun bord leggen. Je kunt ook bruin brood gebruiken en in repen snijden. Beleg dan om en om een reepje brood met kaas en met bijvoorbeeld chocopasta of hagelslag.

Week 4 Rood = Stop en Groen = Gaan

Voetgangerslichten: het rode poppetje staat stil en het groene poppetje loopt: als dreumes het groene poppetje ziet, mag hij gaan lopen, maar kijk goed naar links en rechts of de auto en de fiets echt stopt! Ziet hij het rode poppetje? Dan blijft hij staan.

Stoplicht-spel

Knip uit groen en rood papier twee grote cirkels. Knip twee keukenrollen aan weerszijden een stukje in en schuif de cirkels ertussen. Geef een of twee kinderen de twee ‘lichten’. Zet een parcours uit in de kamer, bijvoorbeeld met een lint, en laat de kinderen dit parcours lopen. De kinderen met de ‘lichten’ steken het rode of het groene licht omhoog. Rood = stop en groen = doorgaan. Geef elk kind de gelegenheid om de lichten vast te houden.

We maken ons eigen stoplicht

Nodig:

  • leeg melkpak
  • vliegerpapier in rood, oranje/geel en groen
  • lampje aan een stokje (bijvoorbeeld een st. Maarten lampionlichtje) of een zaklampje
  • verf
  • lijm

Vouw het melkpak aan de bovenkant voorzichtig open. Maak het goed schoon en laat het drogen. Knip aan drie zijkanten een cirkel uit. Knip aan een zijde een rechthoek uit. Laat de kinderen het melkpak mooi verven of met papier/stickers beplakken. Wanneer alles goed droog is, plak je het groene, rode en oranje vliegerpapier in het melkpak achter de drie cirkels. De kinderen mogen zelf een tekening maken die achter de rechthoek in het melkpak wordt geplakt. Hang het lampje of de zaklamp aan een touwtje in de lantaarn.

We bakken ons eigen verkeerslicht

Nodig:

  • bladerdeeg
  • smarties

Laat het bladerdeeg ontdooien. Snij het in reepjes. Sorteer samen met de kinderen de verschillende kleuren smarties. Mijn kinderen vinden het erg leuk om de kleurtjes te sorteren en telkens wanneer er een kleurtje komt dat niet in het verkeerslicht thuishoort (bijvoorbeeld blauw of paars) mogen ze dat in de mond stoppen.

Leuke boekjes om bij dit thema te gebruiken zijn:

          

Scroll naar boven